"Je moet zo'n kat ook geen wodka geven."

1. "Je moet zo'n kat ook geen wodka geven."
2. "Als ik op dit knopje druk, doet ie het dan weer?"
3. "Mijn baasje is af en toe zoho vermoeiend, hè..."
4. "Hebben we nog batterijen?"
5. "Ga door. Ga door. Wat je ook doet. Do it to me."
6. Men neme een ijzer 5, een kat...
7. Ondernemers en katten werken ook 's avonds
8. We kunnen altijd zijn vacht nog verkopen...
9. De beste gesprekken vinden 's avonds na 10-en plaats
10. Even lachen naar het vogeltje...
    

(aanvullende bijschriften zijn welkom)